De rode panda vind ik zo’n leuk beestje, zo eentje die je als knuffelbeest zou willen hebben. Als ze actief zijn, kan ik er een hele poos vertoeven en alleen maar naar ze kijken. Ik wilde eigenlijk meer van ze weten en heb het een en ander opgezocht over ze.
Zo ben ik het volgende te weten gekomen.
Het is een bedreigde diersoort die in Azië leeft. De rode panda wordt ook wel kleine panda of katbeer genoemd.Deze benaming doet vermoeden dat de kleine panda een beer is, maar eigenlijk is dit niet zo, in tegenstelling tot de reuzenpanda.
De rode panda behoort tot de familie katberen waarvan het de enige nog levende soort is. De rode panda is nauwer verwant aan wasberen dan aan beren. Hij leeft op de hellingen van het Himalaya-gebergte. Het verspreidingsgebied strekt zich uit van Nepal,tot China.
De rode panda heeft een dikke vacht, roestbruinrood op de rug en flanken. De buikzijde en de binnenkant van de poten zijn diepzwart Hij heeft een ruige, rood-wit geringde staart, die bijna zo lang is als zijn lichaam. Vanaf de ogen lopen brede, donkere “huilstrepen” omlaag. Het is hoofdzakelijk een dier van de nacht en schemering.
In de winter is hij actiever en ook meer overdag in de weer.
Een groot deel van de dag brengt de kleine panda slapend door, ineengerold op zijn zij op een takvork of in een boomholte met de staart over kop en lijf geslagen fungerend als kussen.
De rode panda heeft half-intrekbare klauwen, waarmee het goed kan klimmen. De lichaamslengte bedraagt 50 tot 64 cm, de staartlengte 28 tot 50 cm en het gewicht 3 tot 6 kg. gemiddelde leeftijd ± 10 jaar, in gevangenschap tot 15 jaar
Het voedsel van dit nacht-actieve dier bestaat uit bamboescheuten en -bladen, grassen, vruchten, plantenwortels, eikels en beukennootjes maar ook uit larven, muizen, hagedissen en soms ook vogels en vogeleieren. Drinken doet hij wat minder netjes.
Hij slurpt het water op.
De territoriumgrenzen worden gemarkeerd met urine en een muskusachtige uitscheiding uit de anaalklieren. De communicatie geschiedt door middel van korte fluit- en pieptonen.
De rode panda wast zich als een kat. Eerst likt hij de zolen van zijn voorpoten. Daarmee wrijft hij dan een paar keer over zijn voorhoofd en zijn oren.
Wat weten we over de voortplanting van kleine panda’s.
Het strikt seizoengebonden voortplantingspatroon van deze dieren maakt dat zij op het noordelijke halfrond paren tussen januari en maart en de jongen worden in juli of vroeg in augustus geboren. Als de jongen geboren worden zijn ze hulpeloos, de ogen en oren zijn dan nog gesloten. Hun oren zijn bedekt met wollige geelbruine vachtharen.
Pasgeborenen kunnen zich zelfs nauwelijks bewegen en blijven dus constant in het nest. Na 17 tot 18 dagen gaan hun ogen en gehoorgangen open en na 70 dagen zijn het voor wat betreft de vachtkleuren, net miniatuurtjes van de volwassen dieren.
Na 2 tot 3 maanden kunnen ze op eigen gelegenheid het nest verlaten en na 5 maanden zijn ze gespeend. De jonge dieren zijn na circa 18 maanden geslachtsrijp, zodat de vrouwen op een leeftijd van 2 jaar hun eerste jongen kunnen krijgen. Moeders en jongen blijven enkele jaren bijeen. Bij dieren in gevangenschap duurt de draagtijd 90 dagen.
In actie is hij even vaak op de grond als in bomen te vinden. Naar schatting leven er nog 10.000 dieren in de natuur.
Met de grote Panda gaat het iets beter.
Maar dit is ook een mooi beestje.
Dus ook de moeite waard om te beschermen.
Vriendelijke groet,
LikeGeliked door 1 persoon